De boertjes van Cronesteyn

Het aantal boerenzwaluwen dat in het Polderpark broedt, heeft altijd sterk gefluctueerd. In de jaren tachtig schommelde het tussen de 8 en 15 paar, in 1997 werd er maar 1 paar geteld en een jaar later alweer 8. In 2014 en ’15 zaten we dan weer op nul paar. Dat krijg je met vogels die voor hun broedsucces afhankelijk zijn van de combinatie van open gebouwen, water en vee. Vogelwerkgroep Cronesteyn is heel blij dat er bij de Tuin van de Smid weer een stijgende lijn in zit.

drie jonge boerenzwaluwen naast hun nest op een plankje onder het plafond in een gebouw
Jonge boerenzwaluwen,
foto: De tuin van de smid

Vorig jaar nestelden er 7 paren boertjes in de Hooiberg en dit jaar schatten we het aantal op 10 – door omstandigheden konden we geen precieze telling doen. De meeste paartjes boerenzwaluw hebben twee legsels per voorjaar en dat is maar goed ook, want per paar moeten er elk jaar minstens zes jongen groot worden gebracht om de soort in stand te houden. Dat lukt nu net aan, aldus de Vogelatlas van SOVON.

Je kunt nu nog wel boertjes zien, net als huiszwaluwen overigens, maar in september vertrekken ze naar tropisch Afrika. Rond 1800 werd er nog algemeen gedacht dat boerenzwaluwen een winterslaap in de modderige bodem van onze sloten hielden, net als groene kikkers.

Roek Vermeulen